Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

AS2138

Datum uitspraak2005-01-04
Datum gepubliceerd2007-07-20
RechtsgebiedStraf
Soort ProcedureHerziening
Instantie naamHoge Raad
Zaaknummers02640/04 H
Statusgepubliceerd


Indicatie

Herziening


Uitspraak

4 januari 2005 Strafkamer nr. 02640/04 H SM Hoge Raad der Nederlanden Arrest op een aanvrage tot herziening van een in kracht van gewijsde gegaan vonnis van de Politierechter in de Rechtbank te Zwolle, zitting houdende te Lelystad, van 8 juli 2003, nummer 07/000831-02, ingediend door: [Aanvrager], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1970, wonende te [woonplaats]. 1. De uitspraak waarvan herziening is gevraagd De Politierechter heeft de aanvrager de verplichting opgelegd om ter zake van ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel aan de Staat te voldoen een bedrag van € 7.000,--, bij gebreke van volledige betaling of volledig verhaal te vervangen door 140 dagen hechtenis. 2. De aanvrage tot herziening De aanvrage tot herziening is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit. 3. Beoordeling van de aanvrage De aanvrage kan niet tot herziening leiden, reeds omdat oplegging van een ontnemingsmaatregel niet is een veroordeling in de zin van art. 457, eerste lid, Sv. De aanvrage kan daarom niet worden ontvangen. Opmerking verdient dat de rechter die de maatregel heeft opgelegd op grond van art. 577b, tweede lid, Sv bevoegd is op schriftelijk en gemotiveerd verzoek van de veroordeelde het vastgestelde bedrag te verminderen of kwijt te schelden, en dat de officier van justitie op grond van art. 561, derde lid, Sv uitstel van betaling of betaling in termijnen kan toestaan. 4. Beslissing De Hoge Raad verklaart de aanvrage niet-ontvankelijk. Dit arrest is gewezen door de vice-president C.J.G. Bleichrodt als voorzitter, en de raadsheren J.P. Balkema en A.J.A. van Dorst, in bijzijn van de waarnemend-griffier J.D.M. Hart, en uitgesproken op 4 januari 2005.